Pinon – Chauny.

  • Dinsdag 4 september 2012.
  • Canal de l’Oise à l’Aisne: 24,5 Km en 5 sluizen af. 1 aquaduct over de Oise en 1 over de Aisne.
  • Canal latéral à l’Oise: 3 Km.
  • Aantal vaar- en draaiuren motor: 3,48h.

Weer: ’s morgens hangt er een dichte mist die snel moet verdwijnen voor de zon. De “diepe” warmte van de zomer is voorbij en ’s avonds is het fris maar het is een mooie zomerdag met weinig wind en 24°.

Het is weer mooi en aangenaam varen. De sluizen zijn goed onderhouden en werken rustig. Er passeert ons één spits, voor de rest zijn we met ons tweetjes de enigen die hier varen. We zien ook dat op veel plaatsen de oogst al binnen is. Voortekenen van de naderende herfst helaas. Na de laatste sluis, met er juist voor een aquaduct, op het Canal de l’Oise à l’Aisne draaien we in Abbécourt over stuurboord het Canal latéral à l’Oise op. We varen nog 3 Km en meren af in het goed uitgeruste haventje van Chauny waar we vriendelijk worden ontvangen door de pas gehuwde havenmeesteres.

Toen we hier in 2009 afmeerden is de bliksem ingeslagen op het kontergewicht van onze mast. Zonder verdere schade omdat de electronische bescherming die we pas hadden geplaatst zijn werk had gedaan. Nu is zonder blikseminslag op de Sherpa de mixer defect gegaan. Herstellen lukt niet meer.

Defecte mixer door blikseminslag?

Pont-sur-Yonne – Montereau-Fault-Yonne

  • Donderdag 16 augustus 2012.
  • Yonne: 29,5 Km en 6 sluizen af.
  • Aantal draaiuren motor: 4h.
  • Aantal vaaruren: 5,35h.
  • Weer: zomer en 28°.

Vandaag varen we de Yonne af tot de monding in de Haute-Seine. De sluizen doen we samen met een beroepsschip. In het lange smalle aanloopkanaal naar de sluis moeten we even wachten omdat het grote schip hier geen snelheid kan halen maar de “verloren” tijd halen we dan weer in omdat de sluizen altijd klaar staan om in te varen. De samenwerking gaat perfect.

Vóór ons varen onze goede vrienden van de Sherpa. Op de Rust Na Arbeid halen onze pagadders gekke kuren uit samen met de papa en Omi zit te keuvelen met Els. De zon glinstert zwaar zilver op het water, het mooie landschap glijdt voorbij en ik ben een gelukkig mens. Mag dat nog in deze tijden van crisis en onheilsberichten van over de hele wereld? Ja dus.

Na ongeveer twintig kilometer stapt Sam af om met de fiets de auto op te halen. In de laatste sluis op de Yonne, een met schuine wanden, maak ik een domme fout door het roer naar de schuine kant te laten staan. De boot komt vast te liggen op de schuine wand. Door vooruit te varen (gedenk de wijze woorden van de oude schipper) krijg ik de boot los van de kant maar door de druk is het roer gedeeltelijk uit zijn hengels gelicht. We maken vast aan de Sherpa (dat is één van de voordelen van samen op pad te zijn) die ons uit de sluis trekt zodat de beroepsvaarder zijn weg kan voortzetten.  Met de hand sturen gaat niet meer, gelukkig werkt de hydraulic nog en gaat electrisch sturen nog wel en kunnen we veilig aanmeren in Montereau.

Roer uit hengsels

Sam is intussen aangekomen met de auto en we besluiten morgen het roer weer in zijn juiste positie te hangen. Of nu toch één poging? We maken een hefboom maar het lukt niet. Sam en Els moeten vertrekken voor de verre reis naar Antwerpen. Jasmijn en Mileen blijven om een weekje mee te varen tot in Parijs.

Luc en ik besluiten om toch nog een poging te wagen. De takel wordt bovengehaald, een strop rond twee vaste punten en dan maar trekken. De strop spant zich als een vioolsnaar en we kunnen het roer 2 mm lichten. Luc duikt het water in en met een zware hamer geeft hij enkele welgemikte tikken en dan horen we een zware “koink” en het roer zit terug op zijn plaats. Geen enkele symfonie van de meest beroemde componisten ter wereld klinkt zo mooi als de “koink” van daarjuist.

Nota: de RNA is een schip dat kan droogvallen. D.w.z.: het is een platbodem en onder de schroef zit een scheg die op de grond steunt en aldus de schroef beschermt. Het roer kon er enkel af als het exact 90° dwars stond. Door het hydraulische stuurmechanisme kan het roer nu nog maar 65° dwars staan en er dus niet meer uit zijn hengels vallen of men moet de aanslag wegslijpen. Dit is ons geluk geweest. Stel u voor: het méér dan 500 Kg zware roer ligt op de bodem van de sluis. Dan moet er een kraan en duiker komen om alles op te vissen, terwijl ligt er een beroepsschip te wachten om uit te varen….ik mag er niet aan denken!

Bij de post die Sam en Els bijhebben zit ook “mijn ouwe-lullen-pas” (dixit G d K uit T). Hiermee mag ik binnenkort gratis met de tram en bus rijden. Helaas???

Villeneuve-sur-Yonne – Sens.

  • Maandag 13 augustus 2012.
  • Yonne: 17 Km en 4 sluizen af.
  • Aantal vaaruren: 4h.
  • Aantal draaiuren motor: 3,12h.
  • Weer: Jan is niet in Frankrijk en toch is het zomer en 28°.

Het is al een tijdje geleden dat ik u nog eens een smeuïg verhaaltje over onze WC kon vertellen. Vanmorgen was het weer zo ver. Néé, geen details!! Afvoer verstropt. Verkalkt. Met vereende krachten, een koperen buis, een hamer en veel zweet kunnen we een uur later toch vertrekken met een propere afvoer enne o ja de Yonne is mooi! Glooiende hellingen met prachtige vergezichten!

We ontmoeten terug beroepsvaart (schepen van 86 meter lang en 9 meter breed) maar door de grote afmetingen van de sluizen en de brede rivier is dat geen enkel probleem.

In Sens meren we af aan een mooie kade met zicht op een verlichte brug en kerkje aan de overkant. Hier ook weer gratis elektriciteit.

Brienon-sur-Armançon – Joigny

  • Donderdag 9 augustus 2012.
  • Canal de Bougogne: 8 Km en 3 sluizen af  waarvan één met dubbele nummering!
  • Yonne: 9 Km en 2 sluizen af.
  • Aantal vaar- en draaiuren motor: 3,48h.
  • Weer: vermits Jan aan boord is is het zomer, NO 2, 26°.

Vanwege Opa en Oma en ons allen een gelukkige verjaardag Charlo.

We vernemen dat Koen en Kim die in het verre China in het epicentrum van een typhoon gezeten hebben, het wel stellen. Gelukkig maar.

Minder goed verging het de Luc bij de start. Bij het opbergen van de loopplank mistrapt hij zich en valt tussen wal en schip. Bloedneus, enkele schrammen en 1 minuut groggy. Ijzersterk en uit het beste beton gegoten staat hij vijf minuten later alweer te lachen en starten we de motoren.

We vatten het laatste deel van het 242 Km lange kanaal met zijn 189 sluizen, waarvan de aanleg 56 jaar heeft gekost, aan. De laatste sluis heeft weer een dubbele nummering en dus webmaster vergroot het dilemma waarvan ik een trauma krijg. De verwarring neemt nog toe omdat Jan en Myriam beweren dat we niet 3 maar 4 sluizen hebben gedaan. Vaarkaarten en boeken worden bovengehaald en de discussie laait op….ik denk dat we beter geen plaatselijk geplukte paddenstoelen meer eten.

En? Is het Canal de Bourgogne nu zo mooi zoals ze zeggen? Ja, vanaf Dijon tot Tonnerre is het een plaatje uit de mooiste reisfolders. Het personeel van de VNF is vriendelijk en hulpvaardig. Minpunten: de ondiepe, soms scherpe oevers en heel veel onderwaterplantengroei die een aanslag plegen op scheepswanden en schroeven. Enkele aanlegplaatsen méér zou ook goed zijn en een sluisje minder zou ook mogen. Voor de rest: een aanrader van formaat voor degenen die er de tijd voor kunnen nemen. Ons gemiddelde: 3 Km/h en een verbruik van 2 liter diesel/h  t.g.o. ons “normale” verbruik van 4,5 à 5 liter/h. Aantal flessen Chablis, kaas, en escargots de Bourgogne: veel.

Na de echte laatste sluis op het Canal de Bourgogne willen we over bakboord de Yonne opdraaien richting Auxerre. Helaas blijkt sluis 8 defect te zijn. We draaien dus over stuurboord richting Parijs.

De Yonne is een mooie rivier om op te varen. Vergelijkbaar met de Saône.  Breed en voldoende water onder het schip en mooie oevers. We kunnen dus de motor ne keer “uitblazen” en na 2 grote lange sluizen meren we aan in Joigny. Eerst aan een kade die niet mooi en veilig lijkt te zijn en dus verkassen we naar het haventje aan de overkant en hebben een prachtig uitzicht op het stadje met zijn 3 kerken op de heuvels  en de beroemde wijngaarden Saint Jacques.

Jan zorgt ervoor dat we lekkere escargots, met bijpassende wijn, kunnen eten. Merci Jan.

Tonnerre – Saint Florentin

  • Dinsdag 7 augustus 2012;
  • Canal de Bourgogne: 25,5 Km en 11 sluizen af.
  • Aantal vaar- en draaiuren: 6,54h.
  • Weer: bewolkt, ZW 2, 23°.

Het zicht op de glooiende heuvels  wordt nu belemmerd door bomen en struikgewas op de oevers die soms tot in het water groeien. Maar wijnkenner Jan slaagt erin ons de eerste wijngaard aan te wijzen. Sluis nummer 106 heeft een dubbele nummering  omdat ze dieper is dan de andere (zie ook 9 augustus). Trauma: hebben we nu op het einde van onze reis x sluizen gedaan of x+2?

(comment door site admin – le Sam: volgens mij wordt er hier een “dilemma” bedoelt, ipv een “trauma”)

Saint Florentin is een goede afmeerplaats (zonder voorzieningen) met een mooi zicht op de grote kerk op de heuvel. Na een fikse klim bezichtigen we de kerk met de vele glasramen. Ook hier gaan we in de bijna verlaten straatjes op zoek naar een terrasje….helaas weer niks.

Bij onze terugkomst bij de boot blijkt dat er een tros gelost is geweest.  Onze boot lag dwars in het kanaal. De buurman heeft gelukkig tijdig ingegrepen en hem netjes terug tegen de kant gelegd. Bedankt buurman uit Nancy.

Geen terrasjes… dan maken we het maar gezellig op de boot met een babbel en een wijntje.

Ancy-le-Franc – Tanlay

  • Zondag 5 augustus 2012.
  • Cana de Bougogne: 21,5 Km en 9 sluizen af.
  • Aantal vaaruren: 6,15h.
  • Aantal draaiuren motor: 5,42h.
  • Weer: bewolkt doch aangenaam : 25°, ZW 3, ’s avonds: regen.

Door de lekkende sluisdeuren zakt ’s nachts het waterpeil en liggen we vast op de bodem. Om los te komen moet men niet proberen achteruit te varen maar integendeel  vooruit varen en telkens het roer volledig over stuur- en bakboord zetten. Z o “graaft” men een geul onder het schip en komt men los (met dank aan een oude schipper die ons dat heeft geleerd).

Aan de eerste sluis loopt de “administratie” van de éclusier in het honderd. Na wat geharrewar worden we toch opgenomen in het schema en kunnen we onze tocht vervolgen.

Op sluis 87 heeft een kunstenaar een eigen wondere wereld geschapen met sculpturen. We kopen er bij de éclusière een polo als steun voor “de vrienden van het Canal de Bourgogne” die hun best doen om het kanaal iets extra te geven en omdat ze ons een goede service hebben gegeven.

We meren af in Tanlay een haventje met alle voorzieningen. ’s Avonds eten we lekkere escargots in de eenvoudige eetgelegenheid en maken nog een Colonel soldaat.

Asfeld – Loivre (onder sluis 6).

  • Donderdag 28 juni 2012.
  • Canal des Ardennes: 2 Km en 1 sluis.
  • Canal latéral de l’Aisne: 18,3 Km en 2 sluizen.
  • Canal de l’Aisne à la Marne: 7 Km en 5 sluizen.
  • Antal uren onderweg: 6.20h.
  • Aantal draaiuren motor: 5.36h.
  • Weer: ZW 3, zomer: 32°, avond in de verte onweer hier enkel verkoelende druppels regen.

We hebben al véél meegemaakt maar dat de sluisdeuren bij het buitenvaren te vroeg toe gaan en de boot knellen zoals een BBQ tang een zwanworst knelt ontbrak nog op ons palmares.

Werking automatische sluizen in Frankrijk: toelichting voor de niet vaarders.

Men nadert een sluis. Men geeft een signaal met een afstandsbediening of men moet aan een stang draaien die boven het water hangt. De sluisdeuren gaan open. Men vaart binnen. Men drukt een stang naar boven. De deuren gaan dicht. De sluis vult zich met water en men gaat naar boven of omgekeerd de sluis loopt leeg en men zakt. Dan gaan de deuren weer open en men vaart uit de sluis. Men vaart voorbij een “oog” dit  geeft een signaal aan een tijdklok en na een ingestelde tijd sluiten de deuren.

Wij varen steeds volgens hetzelfde  ritueel. De Sherpa geeft het signaal en gaat eerst binnen. Dan de RNA. Eénmaal binnen drukt iemand van ons de stang naar boven en het versassen begint. De deuren gaan open en we varen uit.

Ook nu weer maar met dit verschil dat de RNA nog maar voor ¼ buiten is en de sluisdeuren al toe gaan.

In een fractie van een seconde besef ik dat achteruit slaan erger is dan volgas proberen buiten te geraken. Gekraak, gepiep, schurend ijzer  en met een donderend geraas wint de kranige oude dame die de RNA toch is de strijd met de deuren en wrikt zich los uit hun knellende greep. Nu is ons schip naar de vaantjes denken we. Merkwaardig hoe kalm men blijft in zo’n situatie (adrenaline). Maar eens buiten staan we te beven en bibberen. Schade: weer een kras op het zwaard en een ijzeren beschermband losgewrikt, het valt nog mee. Met een zware hamer herstel ik voorlopig de schade en klop de bibber uit mijn lijf.

Nota: mocht je dit ooit meemaken, vaar dan volgas buiten, probeer niet achteruit te slaan dit duurt te lang en er is meer kans dat je blijft vasthaken. Het is ook zo dat er een overdrukbeveiliging op de sluisdeuren zit (zou toch moeten). In een van de vorige afleveringen vertelde ik over een rubberbootje met daarin een sluismeester in opleiding. Ik mag niet denken aan wat er zou gebeuren als zij dat meemaken….

In de volgende sluis roepen we de sluismeester erbij. Normaal volgen ze ons op de voet en zijn ze binnen de minuut daar om u te helpen. Nu duurt het 45 minuten. Hij raad ons aan “l’un par l’un” in de sluizen te gaan.

In Berry-au-Bac draaien we over bakboord het Canal de l’Aisne à la Marne in en varen richting Reims. Voor ons (RNA) is dit een nieuw vaargebied. Op de eerste sluis zegt de sluismeester van toch maar met twee in de sluizen te komen (economischer), hij programmeert onze vaarroute. Voor alle zekerheid varen we voortaan als een siamese tweeling de sluizen uit en speuren met arendsblik naar de deuren. Wij varen weer bergopwaarts.

We meren af in Loivre. We zien een bedrijvigheid van jewelste op de Sherpa. Luc zit in de gloeiend hete motorruimte minstens 200 liter water weg te pompen. Vóór het vertrek heeft hij alles gecontroleerd behalve dat ene slangenklementje dat verdoken zit achter de kop van de pomp en ja dat heeft nu besloten niet langer te klemmen en dus pompt de pomp hun halve drinkwatervoorraad het ruim in.  Na de klus zoekt hij verkoeling en gaat zwemmen en controleert hij onze schroeven.

Het is wel geweest voor vandaag.

Lier-Mol

Dinsdag 22 mei 2012.

Netekanaal : 11 km : 1 sluis.
Albertkanaal : 10 km.
Kanaal Bocholt – Herentals ( tot aan sluis 3 ) : 28 km : 7 sluizen.

In Lier als we nog vast liggen passeren 4 leden van onze club met hun boot maar t.z.t. is er ook een beroepsschip hen aan het oplopen. Eén van onze clubboten zit gevangen tussen de kolos en de kade. Later méér nieuws hierover.
We vertrekken en passeren vlot sluis Viersel. Bij het buitenvaren liggen onze vrienden van de Goliath te wachten om in te varen. Frans en Joske en wij wuiven dat onze armen er bijna afvliegen. Daar onze vaarplannen dit jaar niet samenvallen zullen we de Irish Coffee op een andere keer moeten drinken….
De oversteek van het Albertkanaal verloopt rustig alleen aan de beruchte brug in Herentals zitten we gevangen tussen drie mastodonten en zwalpen en zwiepen we tot aan de sluis Herentals. Eens boven de sluis kunnen de reddingsvesten uit en leggen we aan om te eten en tanken we water. Daarna varen we door naar Mol.
Opvallend tot hier toe is dat er weinig scheepvaartbewegingen te zien zijn. Crisis? Feestdagen?
Ook opvallend is de vlotte en vriendelijke sluisbediening. Alle geruchten en mededelingen ten spijt neemt men overal onze meertouwen aan en laat men de kolken rustig vollopen.
Dagtemperatuur : 27°. Dus ‘s avonds een onweer.
Voor de niet bootkenners. Op een boot werkt een WC met een pomp, die kan electrisch zijn of handbediend. Op de Rust Na Arbeid is dat een handpomp. Wel als je 150.000 keer gepompt hebt ( ik heb het nageteld) dan gaat die stuk en wel juist als men in de zetel wil gaan zitten om ne keer flink uit te rusten…..Gelukkig hebben we een reservepomp bij….om 4.30 uur kunnen we weer gaan plassen maar ik zal vandaag maar niemand een hand geven want de montage is niet zonder slag of stoot verlopen…..

Brugge

Vrijdag 18 mei 2012.

Kanaal Gent-Brugge-Oostende : sectie Brugge : 5 km.
5 km na de start in Brugge, vóór de Moerbruggebrug.
Lap, net nu dat de brug vlot bediend wordt kunnen we gaan vieren.
Dat moet zowat de 10 de keer zijn dat er een dikke tros zich vastbijt in onze schroef.
Géén probleem. Melden dat ze de brug mogen toe doen. Duikpak aan en het smerige vieze water in.
Touw uit de schroef snijden. Melden dat ze de brug terug mogen open doen. Starten. Vaststellen : roer zit vast.
Melden dat ze de brug weer toe mogen doen.
Wat nu? Sigaretje roken. Alle onheil en mogelijke oplossingen overpeinzen. Sleepboot bellen? Droogdok?
Lekt de schroefas? Komt er water binnen? Zijn we aan het zinken?
De moraal zakt…eindigt dan hier onze tocht?
Eerst mijn “moatje” bellen. Twee uur later duikt ook hij in het koude water.
Conclusie : touw heeft de schroefas achteruit getrokken en de schroef zit tegen het roer geklemd.
Hier is méér nodig dan een hamer en trektang en wat tape.
Mij “moatje” rijdt terug naar huis en zal morgen terugkomen met zwaar materiaal.
Die nacht slapen we niet goed. Hoe lossen we dit op?